Afgelopen dinsdag kreeg ik, geheel verwacht, na de persconferentie weer een enorme domper te verwerken. Na de verslagenheid hoorde ik op de radio bij toeval het nummer: Alles kan een mens gelukkig maken. Kent u dat nummer nog? Nooit verwacht dat René Froger mij , zonder een pilsje in de hand verreweg van een kroeg, nog eens zou opbeuren.
In ieder geval heeft de heer Rutte goed begrepen dat de steeds grotere sociale onrust onder de horecaondernemers tot een ‘hoogtepunt’ aan het komen is. Geheel volgens het boekje toonde hij begrip. Hij noemde de horeca zelfs bij naam! Hij kwam al vrij snel met een belofte. Er ligt een ‘vliegende start’ in het verschiet waarbij ‘geld en andere hulp’ geen rol gaat spelen. Is dat wat ik wil? Sceptisch herkauwde ik deze vraag c.q. gedachten.
Over het huidige en toekomstige steunpakket heb ik wel een mening. Doet deze mening er op dit moment toe? De wetenschap dat ‘de overheid’ mij financieel een handje helpt geeft deze man een schijntje zielenrust. Wordt ik er als horeca-mens gelukkig van? Nee dus; verre weg van het echte gelukkig zijn.
Gisteren draaide de keuken weer even op volle toeren. De heren koks waren aan het ‘experimenteren’ met nieuwe gerechten. De bedieningsbrigade en ik waren druk met tafelbereidingen, wijn suggesties en meer. Dit alles om onze vakkennis op peil te houden en verder te ontwikkelen. Geheel corona-proof overigens voor degene die dat graag willen weten. Tot dat ene moment. “Het ruikt weer naar een echt restaurant!!”, riep iemand enthousiast. Op dat moment ‘vielen alle kwartjes’ en daalde er een gevoel van gelukzaligheid over mij neer.
Zoals vele zaken in het leven is de oplossing heel simpel. Je maakt mij als horeca-mens gelukkig met gasten! Geluk zit in de kleine dingen. Wat kan ik genieten om ’s morgens vroeg een cappuccino met veel liefde te serveren op het terras bij de opkomende ochtend zon. Wat maakt het mij trots als ik een bruidspaar op hun ‘mooiste dag van het leven’ mag bedienen. Ik mis zelfs de ‘stress’ van de tafels mooi opdekken, de bloemen water geven, bestellingen doen, flamberen, een fles wijn openen; al die kleine dingen. Geen huidhonger; maar ‘honger’ naar ’t maken van werkelijk contact met alle mensen. Dat vormt de horeca tot het mooiste, fantastische en meest geluk-zaligmakendste vak.
Maar ultiem gelukkig ben ik als een gast bij het weggaan mij, op geheel eigen initiatief, de hand schudt. Dit alles omdat ik de gast heb kunnen raken met welgemeend gasheerschap. Natuurlijk is er ook een goede maaltijd geserveerd met een beleving van bedrevenheid en traditie. Logischerwijs kan ik dat niet alleen! Samen met mijn medewerkers zorgen wij dat ‘elke gang’ voor onze gasten een beleving is. Daar ben ik trots op.
Dus Mark ik neem je aanbod om te helpen met een ‘vliegende start’ vanzelfsprekend graag aan. Dat kan heel snel en kinderlijk eenvoudig! Zorg jij voor heel veel gasten, heel Nederland is er aan toe. Ze zijn in goede handen bij ons!